Ik zou dit jaar niet rijden, ik had mezelf een vrij jaar beloofd. Niet dat ik het met tegenzin doe hoor, integendeel. Maar het meedoen aan de EK trucktrial bepaalt voor een groot deel hoe je zomer er uit ziet. En ik wilde wel eens een jaar zonder, gewoon wat andere dingen doen. Zoals het onderhouden van mijn sleepboot. En dit jaar wilde ik zoals eerder vermeld meedoen aan een Rally, en wel met de motor. En hier gaat ook de nodige tijd en geld in zitten. De rally is gereden, de Baya Saxiona hebben Clemens Bos en ik gereden, en niet eens onverdienstelijk zo voor de eerste keer. Maar later meer hierover, eerst de truck trial perikelen.
Zoals gezegd werd er dus een wedstrijd verreden in Emmen, Drenthe, de 3e in de serie van het EK. En als Nederlander kon ik natuurlijk niet wegblijven. En eerlijk gezegd prikkelde het toch wel een beetje. Ook mijn broer Wil toonde enthousiasme en wilde graag weer een keer bij rijder zijn. De magirus stond al opgeladen, ik hoefde deze alleen maar vast te zetten. Bij het vastzetten viel mijn oog op een reparatie die ik sinds Osnabruck vorig jaar nog had moeten doen, helemaal vergeten maar het zou het wel uithouden. Oliehandel van Megen in zaandam stond weer garant voor de brandstoffen, proviand ingeslagen en afgereisd naar het hoge noord’n. Heerlijk zo,n binnenlandse reis en na een 2,5 uur stond ik via een heleboel gezellige polder weggetjes omstreeks half zeven in de vooravond op het terrein van Moto Drome Emmen, waar het spektakel zou plaatsvinden. Mijn broer en zijn familie stonden al te wachten op me, evenals Margreet Zant, een goed vriendin van me die haar roots heeft in deze contreien en hier ook nog steeds woont. Niet alleen door deze mensen werd ik allerhartelijkst begroet, een groot deel van de trucktrial scène heb ik de handen geschud. En ik vond het weerzien erg leuk, ontroerend bijna. Na enig geharrewar over waar ik moest staan op het renners kwartier kon ik dan uiteindelijk een plek innemen naast de stal Bussing, de andere nederlander die deze plek voor mij had vrij gehouden, zodat wij als enige Nederlanders bij elkaar konden staan om zodoende de Nederlandse taal te doen spreken en het overwegende Duitsche geleuter in de spreekwoordelijke kiem te kunnen smoren. Maar ja, de familie Bussing, ook rijkelijk aanwezig, komt uut de achterhoek…….en daar spreken ze geen ABN. Dus het Nederlands was weer in de minderheid, maar dit kon een fijne wedstrijd niet in de weg staan. Mijn broer was al eerder die dag aanwezig en had de door de organisatie verplichte op te plakken stickers al op gehaald bij het afgifte punt . Dit is elk jaar weer een crime om deze op het voertuig te plakken, het moet op een voorgeschreven volgorde en als je bij de diverse auto,s kijkt zie je ze allemaal op een andere manier zitten, het zal bij de controle wel weer gezeur geven…… . Wil en Thom waren al druk aan het plakken, Margreet die ook niet stil kan zitten plakte ook haar steentje bij en binnen de kortste keren zaten de verplichtereclame objecten op hun voorgeschreven plaats.
Na een gezellige avondvulling tevreden naar bed. Zaterdag morgen eerst naar de “technische abname”, dit kon tot negen uur, kwart over acht aanwezig en mijn favoriete commissaris Jörg was de aangewezene om deze taak te vervullen. Zoals gewoonlijk werd de magirus zonder probleem goed gekeurd, ik denk niet eens dat Jörg iets van de wagen gezien heeft. Ja en dan moet een andere commissaris de voorgeschreven stickers van de organisatie nog goedkeuren. Deze voor mij onbekende nam zijn taak heel serieus en kon het door ons opgeplakte toch niet zonder enige kritiek het goedkeur stempel geven. Dus mijn broer en ik de boel weer anders opplakken want de volgorde klopte niet volgen het Hoofd plakafdeling. Zelfs niet toen wij met steekhoudende argumenten en voorbeelden van andere wagens aan kwamen dragen bleef deze man zijn standpunt verdedigen en hij was niet te vermurwen, punktlichheit mus sein. Nadat we het een en ander veranderd hadden onder het slaken van een paar krachttermen zoals “potjandrie, hoe een nare klus” kon het de goedkeuring van de veldwebel verdienen en kregen we de zo velbegeerde volledig ingevulde “laufzettel” uitgereikt zodat we ons konden inschrijven om zo mee te kunnen rijden in een wedstrijd van het EK trucktrial. Kwart over negen werd er begonnen met een rijders meeting waar we de huishoudelijke mededelingen te horen kregen, en hier horen we ook in welke sectie we beginnen en welke Commissaris we krijgen toe gewezen die dag, Het was Jörg, een leuke en vooral goede commissaris.We verzamelen met de hele S4 klasse bij de proef, en na het handen schudden en kauwgum uitdelen van Jan Borzym mogen we de proef in om deze te bekijken. Wij starten in sectie 15, ziet er niet moeilijk uit, maar bij de ingang rechts zit al een vervelend gat dat ons al opgevallen is, en weinig schenken er aandacht aan, maar wij als echt polderjongens zien al een moeilijkheid. De sectie bestaat vooral uit zand,veen en water, hoe kan het ook anders. Jan Borzym met zijn zwarte Ural start als eerste, en na het sein dat hij mag beginnen rijd hij zijn wagen meteen met zijn rechter voorwiel het gat in. Na wat heen en weren zit hij al muurvast, en hij is nog niet eens het eertse poortje door. De volgende is Herman Anzini met zijn witte Steyer. Ook hij laat zich verrassen door deze Drentse valkuil en rijd zichzelf ook vast. Dan moeten wij starten, ik weet de magirus meer links te sturen, we missen het gat en een direct erachter gelegen poortje maar weten wel de sectie binnen te komen. We rijden eerst de poortjes die we zeker kunnen rijden en daarna gaan we achteruit naar een poortje welke vlak naast een water partij ligt..
Ondanks dat ik weet dat we het risico nemen dat we vast komen te zitten doe ik het toch. De bedoeling is achteruit het poortje door en dan buiten om vooruit er langs, goed planNadat we het poortje door zijn glijden we met de achterkant het water in en staan erg schuin. We proberen nog wat maar we komen steeds schuiner waardoor we meer en meer vast komen te zitten. Samen besluiten we het op te geven en de zijdelingse schuinte van de wagen dwingt ons eigenlijk hiertoe. We laten ons helpen door een graafmachine die ons aan de beugel vast houd tegen het om kiepen..
Na ons weet fhilipp met zijn Faun ook de sectie in te komen maar rijd zichzelf na het tweede poortje vast in een stuk waar het erg slap is. Daarna komt Holger Brauwers met zijn iveco maar Holgie heeft zo zijn eigen ideeën en rijd wel de sectie uit als enigste maar wel met de meeste strafpunten. Iedereen onderschat de Nederlandse bodem, en vooral het veen. Inmiddels is de trouwe fanclub ook gearriveerd, onze vader en moeder, versterkt door onze ome Bert en tante Josien.En natuurlijk Els en Thom, druk foto,s nemend voor het nageslacht, wat hij zelf is.Margreet was al bij de start van de proef aanwezig en deze support ons meteen al op haar eigen enthousiaste manier, getuige haar opgenomen filmpjes. Hier een kleine samenvatting van haar filmverslag “ wat doen ze nu, neeeeee, kijk uit, oooohhhh niet doen, toch wel he, ga opzij (man voor haar) hijg hijg rennen, zijn ze erdoor, pieeep zooi. De tweede proef die dag is er een met veel manoeuvreer werk, maar niet zo moeilijk. De sectie bouwer heeft een paar poortjes net voor een sloot neergezet maar de vorige groep die in deze sectie heeft gereden heeft geen sporen achtergelaten door deze sloot. Wil en ik besluiten deze sloot ook te laten voor wat hij is en willen hem laten liggen. uiteraard kijken we nog even aan wat Herman Anzini doet die voor ons start. Ook hij laat de sloot de sloot en wij die als tweede starten rijden de proef met een acceptabel aantal strafpunten, tot nu toe rijden we lekker mee. Na de middag pauze starten wij als eerste. Wij zijn not amused, het is een moeilijke sectie waar geen logische route te bedenken is. de sectie bestaat uit een in het midden gelegen grote berg grond en een grote plas water. Wij kunnen er geen chocola van maken en als we na de verken tijd op het fluitsignaal van de dienstdoende commissaris de proef in rijden weten we niet wat we gaan doen. De uitgang is sowieso niet te rijden, deze is gesitueerd achter een soort overhangende klif van een meter of vijf hoog. Het enige poortje wat te rijden is bevind zich in het water, en om te beginnen wil ik deze doorrijden en dan eromheen achteruit terug. Het doorrijden gaat goed maar hierachter wordt het water wel iets dieper en de tot duikboot omgedoopte Magirus komt bij elke beweging vaster te zitten. Het water stroomt de cabine in, aan Wil zijn kant gelukkig, geeft niet want hij moet er toch uit om de bergings lijn over te brengen. Nadat we weer met droge hoeven staan en onze wonden likken speculeren wij druk hoe ver we nu wel met punten achter komen te staan. Maar de wereld van het truck trial is een bijzondere wereld, iedereen heeft een ander plan maar niemand komt verder dan het rijden van één poortje en staan dan vast of worden gediskwalificeerd vanwege de maximale aantal rijrichting wissels. Als laatste mag Jan Borzym met zijn bijrijderster Nikki, zijn zwangere vrouw, een show geven. En Jan heeft goed kunnen bestuderen, hij rijd de sterren van mijn hemel en weet een viertal poortjes te rijden. Hierdoor loopt hij ver voor ons uit , en wij rijden nog steeds goed mee met de rest. Er begint zich zowaar een kleine voorsprong door ons af te tekenen. De laatste proef die dag is ook niet moeilijk, veel manoeuvreren, en wederom water waar we door moeten maar goed te rijden.
Als we aan het einde de balans op maken van deze dag mogen we ons verhuigen op een voorlopige tweede plaats, maar we voelen wel de hete adem van pillipp in ons nek. We hadden nix te repareren dus konden we de avond doorbrengen met wat bekenden uit de bagger scène. Ton Stoker en leon de Wit. Zelfs frank langenberg liet zijn gezich t weer eens zien bij het trucktrial. Later nog even gesproken met iemand van rally maniacs.nl. en margreet vond het allemaal heel vermakelijk , al die pseudo stoere kerels. De zondag wederom kwart over negen beginnen, en de organisatie heeft bedacht dat de eerste starter dus om kwart over negen “start bereit” klaar moet zitten. Deze sectie hadden we al gereden op zaterdag, en zo te zien was de S5 klasse erdoorheen aan het baggeren geweest. Hier reed herman anzini zich helemaal vast na twee poortjes dus van hem hadden we nix meer te duchten, mits we zelf natuurlijk goed reden. We namen geen risico, en reden netjes de proef door en uit. Maar ook phillipp deed het goed, dus enige voorzichtigheid onzer zijde was geboden. De volgende was er een met heel veel bagger, vette bagger. De dag ervoor had ik al gezien hoe de S1 klasse vierkant door een kraan er werden uitgetild. Hier kwamen nog een paar bekende langs, en wel Clemens en Maarten Bos met aanhang. de adjunct-en directeur van oliiehandel van Megen haden de 250 km overbrugt en kwamen eens bekijken wat zij zoal sponsoren en of ik wel mijn best deed natuurlijk. Als tweede moesten we starten, maar ook hier viel weinig eer te behalen. Twee poortjes door en dan proberen de uitgang te halen, niemand die dit lukte. Philipp probeerde nog een poortje achteruit te nemen maar dit werd niet beloond, ook hij bleef steken in de zuigende bagger. Na de pauze werden wij wederom als eerste aan de start verwacht, leek geen moeilijke sectie. Ook hier was de uitgang weer van een berg en door een sloot gesitueerd. Alle voorgaande poortjes zonder problemen doorgekomen,wij hadden een route bedacht waar alle anderen hun eigen variant op reden. Het poortje voor de uitgang stond boven aan de heuvel en alleen een slootje scheiden ons nog van de uitgang. In mijn naïviteit had ik gedacht dat de magirus wel door het slootje zou schieten, mits ik genoeg vaart zou maken. Nou dat kon geregeld worden, heuvel af en gas erop. Een halve meter diep zat de snuit van de magirus, als een jack russel in een konijnen hol.
Dus de kraan maar weer eens op geroepen, ik had bedacht dat de wagen wel aan de rolbeugel uit zijn benarde positie bevrijd kon worden. Dikke strop er aan en hijsen maar. Maar ik onderschatte de het gewicht en de positie van de auto, vlak nadat ik voelde hoe de auto loskwam hoorde ik een vervelend geluid van brekend ijzer en de schoren van de beugel naar het chassis hadden een andere vorm aangenomen. Nadat ik de schade bekeken had en een zacht grutjes nog aan toe had geslaakt hebben we de wagen aan de achteras tegen de heuvel op getrokken. Met behulp van de kraan machinist de beugel weer in positie getrokken en naar de Alfers clan in het renners kwartier gereden om de beugel proffesorisch te repareren zodat we toch verder konden rijden. We moesten immers de tweede plek verdedigen. Op zo,n moment krijg je van alle kanten hulp, mijn zoon Dave en Wil begonnen met het slijpen en lassen, Leon de wit hielp hier ook mee, Margreet begon de beplakking ter hoogte van het te repareren deel van de beugel te trekken en Mirthe begon de voorkant te ontdoen van de veen resten..
En ik had natuurlijk de supervisie en maande iedereen om toch wel wat haast te maken. Na een kleine twintig minuten waren we al klaar, alleen de linker uitlaat pijp kon niet ter plekke gerepareerd worden. En zo konden we ons weer bij de groep voegen. Deze waren net klaar en het werd nu wel spannend. We stonden nog steeds tweede maar phillpp stond met een miniem verschil van veertig punten achter ons. Eén paaltje omver rijden en hij ging ons voorbij. De laatste sectie was niet moeilijk, maar dan moet je juist scherp blijven. Vaak zie je het dan alsnog misgaan . deze proef starte we als laatste, een mooi positie voor een bepalende proef. Phillipp reed alsnog een paaltje omver, dus wij hoefde alleen nog maar gewoon alles door te rijden en nix te raken, en er was nu enige speling. Zo gezegd zo gedaan, een tweede plaats kon ons niet meer ontgaan. En zo stonden wij wederom met de drie oudste wagens op het podium, Jan 1, wij 2 en phillipp 3. een mooiere afsluiting van een wedstrijd op Nederlandse bodem konden we niet bedenken, nou oke dan nummer 1 worden……..